Tiny House van Steven & Leanne
SketchUp ontwerp door Ties Bosman
Geplaatst op 6 juni 2020
Waarom tiny, ontspullen en indelen
In ons vorige blog heb je al kunnen lezen hoe we bij het tiny house project in Katwijk betrokken raakten, dus daar zal ik niet te veel over uitweiden. Heb je het nog niet gelezen? Klik dan hier!
Maar om het dus kort samen te vatten: Nadat we er ons meer verdiept hadden in tiny houses viel het eigenlijk gewoon op z’n plaats. Dit was echt iets voor ons.
Nadat onze standplaats definitief was, moesten we ons vooral met twee belangrijke dingen bezighouden: het ontwerp van het huisje (met alle bijbehorende off-grid installaties) en een gigantische zwabber door ons huidige huis halen.
Als je van plan bent om in een voor jou ontworpen tiny house te gaan wonen, gaan ontspullen en ontwerpen eigenlijk hand in hand. Want ontspullen is niet alleen dingen wegdoen, maar ook dingen houden. En die moeten een plekje krijgen. Daar moet je dus in het ontwerp al rekening mee houden.
Wil je je televisie houden? Houdt rekening voor een plaats aan de muur, waar je ook moet kunnen zitten. Hoe groot wil je dat je kledingkast is? Wil je veel keukenspullen houden of houd je niet zo van koken? Hier pas je de grootte van je keuken op aan. En vergeet niet, dat als je off-grid installaties nodig hebt, dit ook behoorlijk wat ruimte in kan nemen, afhankelijk van wat je kiest.
Als je besluit in een tiny house te willen wonen, moet je goed nadenken over dingen die je wilt houden en die je weg doet. Je kunt niet alles mee willen nemen en dat wíl je dat als tiny house bewoner ook niet. Je maakt immers bewust de keuze van kleiner en minder zooi.
Bij het uitzoeken van ons huis, kwamen we veel onzinnige en overbodige spullen tegen waar we niets mee deden:
Een hele hoop decoratiespullen voor het huis. Een kast vol met hobbyspullen van de Action, met met het voornemen hier wat mee te gaan doen op een dag, maar uiteindelijk nooit gebruikt. Een lamineerapparaat, meerdere oude telefoons en fotocamera’s, een geleende broodbakmachine…
Twee weinig gebruikte computers, een playstation en een homecinemaset. Een hoop spelletjes die nooit gespeeld werden… Een kast vol met administratiespullen van tien jaar oud. Bankafschriften van de tijd dat je 15 was en net een bijbaan had. Een kast met voorraad verzorgingsspullen, schoonmaakmiddelen, eten, etc.. want ja, het was 1+1 gratis, dus waarom zou je het niet kopen?
Onze kleding- en schoenenkast is uitgedund tot 30% van wat we hadden. Want eerlijk is eerlijk, je draagt vaak lang niet alles uit je kast. En waarom had ik eigenlijk een föhn, een krul-föhn én een stijltang?
Steven’s James Bond verzameling en mijn Céline Dion verzameling zijn verkocht en weggegeven. Daar had ik het in het begin vrij moeilijk mee, maar achteraf gezien mis ik er eigenlijk niets van.
Over onze printer werd even getwijfeld, maar die is uiteindelijk naar mijn zusje gegaan, waar ik hem eventueel kan gebruiken. Wat nog niet is voorgekomen.
Maar eigenlijk merkten wij vooral, dat we van veel gebruiksvoorwerpen gewoonweg veel te veel van hadden. Van de 20 borden die we hadden is meer dan de helft weggegaan. De helft van de glazen en de kopjes. We hebben geen speciale wijn- en bierglazen meer. En ook geen speciaal kerstservies.
De bestekla moest behoorlijk worden ingekrimpt. Je hebt geen vier pollepels nodig. Zes soorten placemats… voor elke gelegenheid één. Drie ontbijtkoekblikken van de Postcodeloterij. Weg ermee.
Van de 7 kookpannen hebben we er twee gehouden. Gereedschap moest worden uitgezocht. Dat was wel moeilijk, want er werd veel van gebruikt. En nog steeds, gelukkig. Buren komen vaak gereedschap bij ons lenen.
Spullen wegdoen, werd bijna een soort kick. Hoe meer we wegdeden, hoe fijner we ons voelden. Het gaf overzicht in de chaos.
En de roze cupcakemachine? Ook die heeft het veld moeten ruimen.
Dit is voor iedereen natuurlijk anders. Wij zijn niet superduper minimalistisch. Ik hou van gezellige prulletjes. Een kaal huis vind ik niet gezellig. We wilden sowieso dat het er van binnen moest uitzien én functioneren als ons vorige huis. Knus, mooi afgewerkt en comfortabel. We wilden laten zien dat je met een tiny huis niet perse hoeft in te leveren op luxe en comfort.
In ons tiny house hebben we voor ons gevoel alles nog wel, maar minder. De spullen die we nog wel hebben, gebruiken we dus daadwerkelijk echt vaak.
Dus we hadden behoorlijk wat wensen, in wat we wél nog wilden:
Ik wilde niet perse afstand doen van mijn veel gebruikte keukenspullen, ik gebruikte mijn airfryer, mixer en soupmaker bijvoorbeeld regelmatig. Ik hou namelijk veel van koken, maar ik hou ook van gemak. Dus dat waren voor ons dingen die het liefst moesten kunnen blijven.
Later, na een aantal tiny houses te hebben bezocht, kwam de wens dat wij het liefst ons heerlijk fijne boxspringbed zouden kunnen houden, dus we moesten een ‘hoog’ slaapgedeelte moeten zien te creëren, aangezien deze niet op een vide past. Het idee van een vide leek ons in het begin heel knus, en we hadden ook al verschillende ontwerpen met een vide gemaakt, maar later begonnen we het onhandig te vinden. Daarnaast is het makkelijk je bed verschonen.
Ook vonden we het belangrijk om de wasmachine te kunnen meenemen (we willen daarin niet afhankelijk zijn van anderen) een eettafel te hebben (op de bank eten vinden we niet handig), een bureautje voor de vaste computer (eventueel samengevoegd met de eettafel) en een fijn zittend bankje. Ook zouden we het leuk vinden, als we onze (grote) televisie konden meenemen. We hadden hem een jaar eerder aangeschaft en als we toen al al hadden geweten dat we kleiner zouden gaan wonen hadden we waarschijnlijk nooit voor zo’n grote tv gekozen.
Maar ja, we vonden het zonde om hem weg te doen, en kijken heel graag films, dus probeerden in het ontwerp een plek te creëren waar hij kon hangen.
Een tiny house is kleiner als een ‘normaal’ huis. Als je in een tiny house wilt wonen, moet je echt goed nadenken over welke indeling voor jou goed en efficiënt werkt. Uiteraard moet je niet al je spullen in je tiny house willen proppen, het idee is immers juist dat je afscheid neemt van de overbodige spullen/troep. Wat voor iemand wel of niet tot overbodige spullen behoort is heel persoonlijk, de een vindt bijvoorbeeld een blender belangrijk, de ander vindt dat zo’n extra overbodig keukenapparaat. Ik denk ook dat wij op het moment dat we de oproep zagen, nog niet helemaal bewust waren van hoe klein of groot een tiny house eigenlijk was in vergelijking met ons vorige huis. We wisten al dat we met minder wilden leven, maar hoeveel spullen we daadwerkelijk weg moesten gaan doen, dat beseften we later pas. Maar als je eenmaal de smaak te pakken hebt, voelt het heerlijk om ergens afstand van te doen. Het lucht letterlijk en figuurlijk op, in je hoofd en in de omgeving waar je bent.
In deze blog nemen we je mee in het proces van de keuze van het klein wonen, ontspullen en hoe we ons ontwerp hebben aangepast op de wensen en dingen die we wél zeker wilden behouden. Want dat is het leuke, als je je huisje zelf ontwerp kun je het helemaal indelen zoals jij wilt.
Laat ik eerst iets vertellen over hoe wij eerst woonden en waarom wij de stap hebben gemaakt om tiny te gaan wonen. Zet je maar schrap, want ik voel dat dit weer een lange blog wordt ;).
Wij woonden van 2013 t/m begin 2019 in een maisonettewoning van zo’n 93 vierkante meter met een groot balkon en een eigen parkeerplaats in de gezamenlijke garage. Eigenlijk was een prachtig en uniek huis (en vrij nieuw, uit 2006) We woonden namelijk aan het water en als je door de voordeur naar binnen liep, kon je óf naar de woonkamer/keuken, of de trap af naar beneden. Hier waren twee opbergruimtes, een badkamer en twee slaapkamers die aan het water grensden. Als je voor het raam stond had, stond je ‘in’ het water. Een beetje het gevoel dat je op een woonboot woonde. Regelmatig zwommen de zwanen aan ons slaapkamerraam voorbij.
Een schitterend huis dus, maar toch waren we niet helemaal blij. Waarom eigenlijk niet? We wisten het niet. We hadden het er gewoon niet zo naar ons zin, om verschillende redenen. Zo wilden we graag meer connectie met andere mensen, voelden ons vaak een beetje ‘alleen’. Ook wilden we ons huis verder verduurzamen, maar dit was lastig omdat we aangesloten waren bij een VvE. Daarnaast voelde de hypotheek als een blok aan ons been, ondanks dat we geen hele hoge hypotheek hadden en elk jaar meer aflosten. Die hypotheek moest zo snel mogelijk weg voor ons gevoel.
Het grootste gedeelte van ons salaris ging dus in de aflossing van de hypotheek en er werd gespaard. Een gedeelte werd uitgegeven aan ‘troep’. Een cupcakemachine bijvoorbeeld. 15 euro, da’s geen geld, toch? Alles werd opgeslagen in onze mega voorraadkast. Want ja, er was ruimte voor. Dus stopten het maar vol met spullen waar we minimaal gebruik van maakten of soms niet eens meer wisten dat het er was. Ook wij werden beïnvloed door de hedendaagse consumptie- en wegwerpmaatschappij, waarbij we eigenlijk niet nadachten over wat we aanschaften en hoe slecht dit eigenlijk was voor de wereld waarin we leefden.
Al die spullen bevredigden niet. Het gaf geen goed gevoel, integendeel. Naast het feit dat dit meer opruimen en schoonmaken betekende, gaf het ook een onbewust gevoel van zinloosheid en onrust. In opruimen en schoonmaken ben ik al niet zo goed, ik kan me er slecht op concentreren en ga altijd van hot naar her in huis zonder echt iets goed af te maken. Ook raak ik snel dingen kwijt en hoe meer zooi, hoe meer onrust in mijn hoofd.
In die tijd hielden we onze ogen open voor andere woningen, maar we wisten niet zeker wat we nou precies zochten. Het was allemaal vrij duur en emotieloos, en waarom zouden we ons huis inruilen voor iets, dat eigenlijk verder dezelfde grootte zou hebben of nog groter zou zijn. Met daarbij nog steeds dezelfde of zelf een hogere hypotheek? Daar zagen we dan het nut niet zo van in.
Daarnaast voelde alles een beetje aan als een ‘sleur’. De dag bestond voor ons gevoel uit werken, eten koken, opruimen, schoonmaken, tv-kijken en naar bed. En zo iedere dag.
Maa wáár werkten we nou eigenlijk voor? Voor de hypotheek? Voor nieuwe en nog meer spullen? Voor straks een ander, gróter huis? Wat was nou eigenlijk het doel?
Onze verlangens veranderden dus, maar in wat precies dat wisten we op dat moment nog niet zo goed.
Pas nu we in ons fijne kleine huisje wonen, snappen we wat onze behoeftes destijds waren: vrijheid. Meer tijd steken in dingen en mensen die we leuk en belangrijk vinden. Gewoon een leven met minder druk, minder onrust en minder ‘moeten’. Werken omdat het kan, inplaats van dat het móet. Mijn werk is het in ieder geval alleen maar leuker van geworden, omdat ik de druk van het ‘moeten’ minder voel.
Wie heeft ons Nederlanders verteld dat je beiden fulltime MOET werken? Bij veel mensen groeit dat gegeven als vanzelf in hun leven, bij ons was dat ook zo… hoort dat niet een beetje bij deze hedendaagse tijd? Veel werken, een goeie baan en carrière maken, veel geld verdienen. Want dan heb je het goed gedaan, volgens de buitenwereld. En dan kunnen ook alle uitjes, abonnementen, dure (en vooral veel) kleding, huur of lening van dat grote huis, en al die spullen die je erin kwijt kunt, betaald worden. Je ziet het al terug in de Nederlandse woningmarkt, alles is gericht op groter en duurder. Kleine vrijstaande huisjes (20-50m2) die meer gericht zijn op tuin dan op woonoppervlakte zijn lastig te realiseren. Als je grond wilt kopen om er een huis op te zetten, wordt er vanuit gegaan dat je een villa wilt bouwen.
Wij zijn van mening dat we met z’n allen best wel heel erg aan het streven naar eeuwig economische groei, materieel bezit, maar ook bijvoorbeeld vakanties lijken ieder jaar groter en verder te moeten. Veel mensen lijken van vakantie naar vakantie te leven en die paar weken per jaar vrij, dan moet je toch echt wel even zover mogelijk afstand kunnen nemen van je drukke (en voor velen ook vervelende) werkweek en drukke huishouden. Maar moeten we juist ook niet veel werken om dit allemaal te kunnen financieren?
Dit geldt natuurlijk heus niet voor iedereen. Wij begrijpen, dat er ook heus wel mensen zijn die hun carrière en een goed salaris, gewoon heel belangrijk vinden. Dat is ook prima, daar zeker niets mis mee. Het gaat erom, dat je het met je hart doet. Dat je gelukkig bent in wat je doet en de hoeveelheid tijd die je ergens in steekt. Dat je werk- en privé balans goed is. Want steeds meer om ons heen horen wij van mensen, dat ze het stiekem eigenlijk wel liever anders zouden zien. Niet voor niks, denk ik, dat de burn-out-klachten zo van deze tijd is. We rennen, hollen en vliegen maar wat af.
Ze zeggen niet voor niks: Less house, more living. Minder huis, meer leven.
Wij besloten om voor wat minder te kiezen. Een wat minder groot huis, minder vaste lasten, een minder drukke agenda en minder spullen kopen. Dit ‘consuminderen’ heeft als voordeel dat het een beter is voor de wereld en het klimaat én we kunnen leven met minder geld. Hier krijgen we vrijheid voor terug. Bijvoorbeeld de vrijheid om lekker in de moestuin aan de slag te gaan. Gewoon een paar uur buiten zitten met een boek, en koffie drinken met buren. Meer tijd voor je familie of misschien je kinderen. We hebben nu de vrijheid om naast mijn parttime vaste baan een bedrijfje te starten, wat echt helemaal naar mijn hart ligt, maar waar we niet financieel afhankelijk van hoeven te zijn. Het is natuurlijk leuk als ik er wat mee verdien, maar niks móet. Er zijn geen zorgen als het even niet loopt. Ik wil het vooral, omdat het gewoon heel erg leuk is om te doen.
Het allereerste ontwerp, dat we hebben ingeleverd bij de selectie, was echt een soort onmogelijk huis geworden. Je hebt werkelijk geen idee, dus laat al je creativiteit erop los, maar uitvoerbaar of leefbaar was het hoogstwaarschijnlijk nooit geweest ;)
In totaal hebben we denk ik wel 20 ontwerpen gemaakt, als het er niet meer zijn. Sommige als snelle opzet, anderen tot in de puntjes uitgewerkt. En steeds pas je wéér iets aan.
Totdat we uiteindelijk bij het ontwerp kwamen, wat ongeveer is zoals ons huis nu.
Dit heeft bouwer Ties uiteindelijk nog geperfectioneerd, waarna we deze prachtige sfeerimpressies kregen via Sketchup:
Uiteindelijk is ons huis zo ontworpen, dat het precies werkt voor ons zoals wij hadden gehoopt!
Een volwaardig slaapkamertje waarin we ons eigen lekkere bed én de televisie konden meenemen, die bovendien goed af te sluiten is, omdat wij vanwege ons werk een verschillend slaapritme hebben en we geen last van elkaar hebben als een van ons ’s avonds om 23.00 nog op is, of ’s ochtends om 4.00 uur aan het ontbijt zit.
Onder de slaapkamer is nu een bergruimte, die wij de machinekamer noemen. Hier staat onze wasmachine en alle offgrid installaties, de accu’s, de boiler, de waterzuivering (van buitenaf bereikbaar). Eigenlijk is het een soort omgekeerde vide, het voordeel is dat je geen hoge trap nodig hebt naar de slaapkamer. De machinekamer is bereikbaar vanaf de badkamer.
De badkamer is ook goed over nagedacht: Voor de recycledouche is rekening gehouden met een stuk ‘verhoogd’ plafond. De recycledouche is namelijk ±2,25m en het plafond in de badkamer is ±1,95m. Dit maakt dat er boven de badkamer nog een vide gemaakt kon worden, met een verhoogd gedeelte waar nu het terrarium van Simon de salamander staat. Bij de indeling van de badkamer is ook rekening gehouden met de plaats van de douche, zodat hierboven ook nog ruimte was voor een logeerbed.
In de woonkamer was plek gemaakt voor de bank, een uitschuifbare eettafel met 2 stoelen en een grote hoekkeuken.
Daarnaast heeft Ties een mooi bureau gemaakt, waar de iMac altijd op kan blijven staan, maar het werkblad wordt naar beneden geklapt als het niet in gebruik is. Dit scheelt veel ruimte.
Tenslotte de toegang tot het huis: we wilden graag iets van een ‘voordeur’ idee hebben met een garderobekast, zodat er geen jassen en schoenen in de woonkamer zichtbaar waren.
Al met al zijn we nog steeds super blij met de indeling van ons huis, we kunnen niet veel bedenken dat we anders hadden willen doen!
2020 © Steven en Leanne, Katwijk
Website door